Een leuke, interactieve manier om met rekenen bezig te zijn, is het spelen van rekenspelletjes. Er zijn een heleboel verschillende soorten, maar ik heb er een paar voor u op een rijtje gezet.
- Twee dobbelstenen:
Hiervoor heeft u alleen een geruit blaadje, kleurpotloden en twee dobbelstenen voor nodig. Om de beurt mag iemand gooien. Het aantal ogen van de twee dobbelstenen wordt met elkaar vermenigvuldigd. Dat aantal vakjes mag op het blad gekleurd worden. Degene die op het einde de meeste vakjes heeft gekleurd, heeft gewonnen. Dit spel kan ook met het hele gezin gespeeld worden.
- Bordspellen:
Bordspellen, zoals ganzenbord en mens-erger-je-niet, met twee dobbelstenen helpen met het verbeteren van het getalbeeld van kinderen. Het getalbeeld is het beeld van een getal: hoe ziet een cijfer eruit? Welke waarde heeft een cijfer? Welke hoeveelheid hoort erbij?
- Dobbelstenen:
Schrijf allemaal het getal 100 op een blaadje. Iedereen mag met twee of drie dobbelstenen. De som van het aantal ogen mag van de 100 afgehaald worden. Degene die na drie beurten het minste overhoudt heeft gewonnen óf degene die als eerste uitkomt op 0 heeft gewonnen. Er zijn allerlei varianten te verzinnen.
- Sjoelen:
Bij dit spel schuiven de kinderen sjoelstenen in (bijvoorbeeld) de sjoelbak. De ogen worden dan na iedere beurt bij elkaar opgeteld (en opgeschreven!). Degene die de meeste punten behaalt heeft gewonnen. Om het moeilijker te maken kunt u van 1, 10 maken, van 2, 20 maken, enzovoort. Zo leert uw kind rekenen met tientallen. Hier wordt in groep 4 momenteel veel mee geoefend.
- Geheimschrift:
Geef iedere letten van het alfabet een getal (tot 100). Verzin hierna zelf een zin. In plaatse van letters, schrijft u nu een som op, die uitkomt op het juiste getal (die gekoppeld is aan de letter). Geef ook aan (met bijvoorbeeld een streep) waar de spaties zitten; dat maakt het een stukje duidelijker en overzichtelijker. Hieronder ziet u een voorbeeld. Kinderen kunnen ook zelf een geheimschrift maken!
- Rekenquiz:
Verzin zelf een aantal vragen die met rekenen te maken hebben. Dit kunnen bijvoorbeeld sommen zijn. Verzin ook alvast een antwoord op de som. Op sommige vragen verzint u een goed antwoord, op sommige een fout antwoord. Nu kunt u uw kind uit laten rekenen welke vragen goed zijn en welke vragen fout zijn. Voorbeeld:
1. 81 is 40 meer dan 41 (waar / niet waar)
2. 5x5 is groter dan 26 (waar / niet waar)
3. 9 is de helft van 18 (waar / niet waar
- Rekenmozaïek:
Neem een wit vel en verdeel dit vel in allerlei verschillende stukken, door willekeurige lijnen te trekken. Zet nu in ieder vak een som. Verbind nu ieder antwoord aan een kleur. Uw kind moet nu de sommen uitrekenen en ieder vakje een kleur geven. Hieronder ziet u een voorbeeld.
